Brieven aan Coba
In het Frans Hals Museum kwamen we met negen vrouwen uit Haarlem wekelijks bijeen om te schrijven, te delen en te maken. Vrouwen die hun wortels hebben in Nederland én vrouwen met een andere culturele achtergrond, ontmoetten elkaar. Onder begeleiding van Susanne Gijsbers en Aafke de Vries schreven we persoonlijke verhalen, ingegeven door het leven en de schilderijen van kunstenares Coba Ritsema (1876-1961).
Coba Ritsema vond haar vrijheid in een tijd waarin dat voor vrouwen niet vanzelfsprekend was. Ze koos voor haar liefde: het schilderen. Ze vormde samen met ander kunstenaressen een groep die elkaar steunden en inspireerden. ‘Paletvriendinnen’ noemden ze zichzelf.
Het thema vrijheid en ‘sisterhood’ stond centraal in onze workshops. Elke bijeenkomst draaide om één van de vier elementen: aarde, water, vuur en lucht. We onderzochten: Waar sta je? Waar stroomt het in je leven? Waarvan gaat jouw vuur aan? Wie dragen jou?
We schreven over kleine en grote momenten uit het leven. Tot slot schreven alle vrouwen een brief aan Coba waarin een eigen thema uit de workshops verwerkt werd. Met deze ‘Brieven aan Coba’ reisden we even door de tijd. Je kunt ze op deze pagina beluisteren.
In de laatste bijeenkomst maakte elke deelnemer onder begeleiding van kunstenaar Petra Vlasman een collage die past bij een verhaal of thema dat tijdens de bijeenkomsten naar voren kwam. Op deze pagina vind je van iedere deelnemer een collage. Ieder koos één verhaal dat wij tijdens de workshop schreven en aan elkaar voorlazen. Samen vormen de verhalen een mozaïek van stemmen: persoonlijk, krachtig, kwetsbaar en warm.
We nodigen je uit om te lezen, te kijken en je te laten raken.
Naar een idee van Mirna Ligthart van Verborgen Verhalen en in samenwerking Met het Frans Hals museum en Troupe Courage

Eileen | Ochtend in de herfst
Ik ben in de keuken, net op. De zon komt ook op, heerlijk. Ik doe een trui over m’n nachthemd aan. Dat moet nou toch weer, ondanks dat zonnetje, nog voorzichtig-bleekjes. Ik kijk wat er buiten aan groenten ligt en neem dat mee de keuken in: aardappelen, champignons, uien.
Ik stop een koffiecapsule in het apparaat. Mmm, koffiegeur, zonnetje. Aan de overkant van de gracht gaan wat lichten aan. We zwaaien even. Nieuwe dag. Wat nu? Iets fabrieken voor m’n zieke buurvrouw…. bonen weken? Duurt te lang. Rode linzen gaat sneller.
Ik zet Radio 4 aan… hé, de Antilliaanse pianist Statius Müller…. De klanken huppelen mijn lijf in.
Groenten kleinsnijden, geur van uien die smoren in de pan. Wat voor kruiden deze keer? Ik ruik aan de potjes op het kruidenschap: vega masala deze keer.
Hop, stukkies champignons en aardappel erbij, en de rode linzen. Pruttel maar raak, ik ga met crackertje en koffie de achtertuin in - zon op m’n smoel, bloemetjes die uitgebloeid zijn, hier en daar weghalen, bevordert de bloei, zeggen ze.
Ik hoor het gelach van m’n buurjongetje-boven en ik ben intens blij met het hier en nu.
Luister Eileens brief hier:

Suzanne | Mijn blauwe pony
Ik zit op mijn blauwe oma fietsje en rijd rondjes op het pleintje voor mijn huis. Nou ja, pleintje? Eerder een uit de kluiten gewassen stoep voor de parkeerhavens. Ik rijd rondjes. Eindeloos en alleen. Ik heb niemand nodig want in mijn fantasie is het geweldig. Ik doe wat ik het allerliefste doe: paardrijden! In mijn hoofd rijd ik op mijn pony. Mijn lieve, lang gekoesterde eigen pony. Het pleintje is de manege waar ik heel geconcentreerd alle dressuurproeven uitvoer die ik me kan herinneren van de wekelijkse paardrijlessen. Halthouden bij X en de jury groeten. Van hand veranderen bij F. Een slangenvolte met drie bogen. Mijn pony volgt gewillig mijn aanwijzingen op. Dit is mijn allergrootste droom. En ik leef ‘m iedere dag. Op mijn blauwe fietsje. Op het pleintje voor mijn huis.
Luister Suzanne's brief hier:

Marwa | Spiegel van de ziel
Ik voel me dankbaar maar ook verdrietig, om de vriendschap die ik lang geleden had toen ik ongeveer tien jaar oud was. Mijn vriendin heette Nada. Op school in Aleppo zaten we naast elkaar. Ze zag er heel anders uit dan de andere kinderen. Ze was blond en had een heel lichte huid. Haar moeder was Joegoslavisch en daardoor sprak ze nog niet goed Arabisch en durfde ze niet goed te praten. Ik wilde haar helpen. Ik schreef het huiswerk op velletjes papier die ik uit mijn schrift scheurde en aan haar gaf. Nada ging niet op die velletjes schrijven maar tekenen. Ze tekende Marie Antoinette, helemaal in detail met pijpenkrullen en hoepeljurken. Ik vond dat zo mooi, dat ik dat ook ging proberen. Vanaf dat moment sloegen we alle pauzes over en gingen we alleen maar tekenen. Nu is mijn leven hier in Nederland. Ik voel heimwee naar mijn vriendin die ik uit het oog verloren ben. Ik mis haar en dat doet me verdriet. Zij heeft mijn talent aangewakkerd en mijn eerste stappen op het pad naar mijn kunstenaarschap mee gevormd. Daar, toen samen met Nada, is het begonnen.

Marian | When the storm falls
Ik ben in het wit en zwart vandaag. Wit van boven en zwart van onderen. De afgesproken kleuren.
Na het oefen-zingen - 1,2,3 en 4 stemmig op de negende verdieping van een conferentieoord - lopen we naar het Malieveld.
Ze staan er al, in onze vinger.
Met borden, vlaggen, trommels en trompetten.
Lawaai.
We sluiten aan.
Mijn hart klopt ongedurig, mijn handen omklemmen de zwarte map, om mijn schouders de rugzak met boterhammen, warme thee, snoepjes om de keel te smeren.
Verderop politie te paard. Busjes.
In een dikke rij lopen we over het veld richting de A12.
Links van ons aan de overkant start een andere rij, een andere vinger.
‘ANOTHER WORLD IS POSSIBLE’
‘CLIMATE JUSTICE NOW’
Aan de rand van de snelweg wachten we.
Auto’s snellen voorbij, in vier stroken.
Hoe komen we hier op; dit lukt niet, het kan niet.
Een klein autootje met een embleem van een schoonmaakbedrijf mindert vaart, staat bijna stil, trekt dan weer op en … ineens is de weg leeg en lopen we de A12 op, borden en vlaggen hoog, we zijn er. Via een megafoon worden we gewaarschuwd door de politie. We mogen hier niet zijn. Er kan geweld gebruikt worden.
Toch is nu de weg voor ons.
Zenuwachtig, drukke aanwijzingen, hier de sopranen, daar de alten, de bassen, de trompet, de fluit en de trommel.
Om ons heen lawaai, leuzen, geroep.
De dirigent heft haar handen en we zetten 4- stemmig 'When the storm falls' in.
Het wordt stil om ons heen.
Ik zing alleen maar, ben er.
Ben waar het belangrijk is om te zijn.
Luister Marians brief hier:
Henryke | Waar stroomt het niet zo gemakkelijk
Grens over.
Nieuw leven, opnieuw beginnen of opnieuw geboren worden.
Onverstaanbare woorden.
Eén lang vreemd geluid.
Ongemak en schaamte, gebrek aan vertrouwen en geborgenheid.
Het duurt maar en het duurt maar.
En dan die visite.
Ze zitten in de woonkamer: sigarettenrook, wijn, bier, hapjes.
En dan die woorden weer- geen verbinding. Geen wederzijdse relatie.
Ik hoor ze lachen!?
Ik kijk onzeker naar mijn kleren.
Lachen ze om mij? Of zijn ze vrolijk en maken ze flauwe grappen?
Voor het gemak lach ik om de grap.
Zo verdraag ik het beter.
Zit stil en laat niets merken, terughoudend en bang dat ze tegen mij gaan praten.
Snel, snel leren de losse levensdraden met elkaar te verbinden, tastend in de leegte, tot ze uiteindelijk elkaar gevonden hebben?

Clazina | De macht is aan ons
Ik zit op de bank om het journaal te kijken. Het is 20 augustus en het journaal begint met het nieuws dat een jonge vrouw, Lisa, van zeventien is vermoord. Er volgen details met diverse aannames over de vermeende dader.
Ik luister en kijk met ontzetting verder, verbijstering maakt zich meester van me.
Hoewel ik geen kinderen heb, probeer ik mij voor te stellen hoe het voor haar ouders moet zijn dit bericht te krijgen.
Verschrikkelijk, verschrikkelijk, het moet een gat geslagen hebben in hun hart, ze zullen zich geamputeerd voelen.
Dagen daarna komt er, via diverse media, allengs meer informatie. Ik gruwel ervan en wordt er ook heel erg kwaad over. Gelukkig komt zo'n moord niet wekelijks voor, het zijn ‘incidenten’.
Want, elke acht dagen wordt er in Nederland een vrouw vermoord. Ik hoor het op de radio, zie het op de televisie en de berichten komen via diverse media tot mij. De berichten raken mij elke keer zeer diep. Wanneer er weer een vrouw wordt vermoord, wordt er vaak gesproken over ‘de relationele sfeer’ waarin het gebeurde. Het wordt ‘huiselijk geweld’ genoemd. Aan me hoela denk ik dan!
Door de media, maar ook zéker in de politiek wordt stevig weggekeken, verzachtende omstandigheden worden aangedragen.
Ik wil het heel hard van de daken schreeuwen dat dit moet stoppen. De slogan tijdens de demonstratie ‘De nacht is van ons’, mag wat mij worden omgezet naar ’De macht is aan ons’.
Want uit recente cijfers blijkt dat de meeste daders, de engerds, zich in je directe omgeving bevinden, soms liggen ze zelfs naast je in bed. Er bevinden zich veel vrouwen in ongezonde, giftige relaties.
Ik wil opstaan tegen dit onrecht en probeer de discussie aan te gaan met mensen in mijn omgeving. Met vastberadenheid wil ik demonstreren, dit onrecht aan de kaak stellen. En gelukkig worden verantwoordelijken inmiddels ook wakkerder.
Later op de avond ga ik een wandeling maken met mijn logeerhond. Hoewel ik mij triest voel, haal ik er toch weer wat troost uit.
Luister Clazina's brief hier:

Emilia | Gedragen door wereldzeeën
1 | Het Kinderparadijs
Het moment dat we moesten vertrekken uit een 'kinderparadijs' staat eeuwig gegrift in m'n hart.
Het paradijselijke eiland, omringd door parelwitte stranden en azuurblauwe zee, kristalhelder, zacht, warm en een ruisend speels bad voor niños.
Een plek versierd vol cactussen, een verbazingwekkend scala aan dieren, kleurrijke vogels en fascinerende dividivi bomen van de vlinderbloemenfamilie.
Door de bestendige noordoostpassaat die dagelijks krachtig over het land blaast zijn de dividivi bomen gevormd en groeien ze in één richting.
De juiste speelboom voor kinderen.
Het exotische gebied waar ik mij in wentelde was vooral m'n geboortehuis.
Een huis gebouwd op stevige rotsen die werden ondersteund door een kegelvormige heuvel van 165 meter hoog. Gelegen precies op het midden van het eiland. De achtertuin was zo uitgestrekt dat alle natuurlijke elementen voor kindervermaak aanwezig waren.
Het waren de jaren zestig toen we het eiland voorgoed gingen verlaten. Protesteren hielp niet, het voelde als een strijd en die ik had verloren. Verplaatsen , losrukken, weg van het thuisgrond.
Naar een onbekend oord, een onbekend merk... Spaanstalig Holanda.
Alleen van gehoord en geleerd van de geschiedenis - en aardrijkskunde lessen op de Nederlandse school, de Mon Plaisir. Daar werd het ons ingeprent: 'ons moederland'
Bij het krieken van de dag scheen de zon al door de glazen shutters. Het was 1 juli, die fase staat in m'n herinneringen als een lichtperiode die werd overschaduwd door een donkerheid die insloeg als een massavracht.
Loodzwaar en massief als de grote bruine hutkoffers die ook 'willoos' mee werden gedragen!
Met man en macht werd het meisje meegesleurd, een zinsontvoering; Meegenomen uit een veilig 'tipi typische’ zonnewereld was de traumatische gebeurtenis.
De geruite blauwe overgooiers met daaronder smetteloze witte blouses die haar zus en zij aanhadden. Die van haar was inmiddels gekreukt doordat zij zich vast had geklemd aan de deurpost.
De strikken uit haar lange zwarte vlechten lagen weggerukt op de tegels van de lege woonkamer.
De buurt huilde.
Buiten stonden de auto's klaar om te vertrekken uit haar geliefde, altijd dansende straat.
Ogen bewaterd.
Vol vuur zijn het de bruine spiegels van haar ziel.
In gedachten werd elk detail beeldend vastgelegd .
Van het afscheid en de vele omhelzingen van haar diep gekoesterde kindwereld.
2 | De blikken van het warmbloedig grietje
Het grote zeewaardige passagiersschip droeg de 'native people 'prinses en haar familie op z'n rug, als bescherming tegen de stroom van hoge watervallen en rollende inktzwarte golven.
Onze gevangenishut bevond zich op de derde benedenverdieping, vlak naast de machinekamer.
Oorverdovend hard gebonk.
Dag en nacht.
We waren op weg naar een gebied dat voor mij alleen bestond op een wereldkaart.
De anderen lagen zeeziek in de hut.
Ik ging op zoektocht, maakte contact met een van de bemanningsleden. Hij heette Albert.
Van hem mocht ik eten in de eetzaal voor eersteklassers.
Ik herinner me ook een reddingsoefening die midden in de nacht plaatsvond. Het was dringen op de trappen. We sprongen in de eerste beste sloep op het dek die we zagen. Uiteraard was het de verkeerde. Wij waren voorbestemd voor de achtste sloep. Ik zie nog de glimlach op het gezicht van m'n moeder, die zeker dacht: bij een ramp springen we toch in de eerste beste sloep. Zeventien dagen duurde deze avontuurlijke tocht voordat het wielloze voertuig de 'thuishaven' rook, het oostelijk havengebied van Amsterdam, nadat het op z'n oceaan reis enkele eilanden had besnuffeld.
De blikken van het warmbloedige grietje waren gericht naar een stuk grauwe grijsheid. Het doemde op bij het binnenvaren van een loodrecht kanaal, het was voelbaar een koud akelig land.
Later begreep ik dat het IJmuiden was, die eerste kennismaking met Holland.
Het land waar ik voortaan moest gaan verblijven. Leunend tegen de reling, mijn voeten vastgenageld , mijn gedachten ook.
Ik wil terug , breng mij terug!
3 | Atlantische Oceaan; het begin van een nieuwe geschiedenis van een vurig kind.
M'n nichtje was naar de speeltuin gegaan. Tante Rita vond dat ze nu binnen moest komen en zei dat ik haar moest gaan ophalen, dan wist ik meteen waar de speeltuin is, zei ze. Ze wees mij de weg.
Het tropenmeisje liep als een nieuwsgierige nieuweling alleen over straat, keek verwonderd om zich heen.
Geen herkenbare punten, kleurloos, levenloos.
Zo anders dan de warme luchtstromen en geuren die ik gewend was.
Op het speelterrein werd het tropenkind bruusk door een groep 'blankgoed' knakkers ingesloten.
Nare stemmen, het klonk als een heel vals koor:
“Oprotten bruine poep chinees!”
“Wat doe je hier?”
“Rot op naar je eigen land!”
Ze keek krachtig naar alle monden en zweeg. Het galmt en resoneert nog dagelijks. Een naargeestige melodie... Hier is nooit jou thuis.
Blijvend, kil, hardvochtig, laag van temperatuur, geringe warmtegraad, ijzige beek koeltjes, guur en mistig.
Soms maandenlang geen warmte in de openlucht.
Enige lichtpuntjes overheersen de afgelopen zestig woonjaren, dat zijn geliefden en fantastische vrienden.
Toch ben en blijf ik bezoek.
Het bevaarbare water blijft op 'iets' wachten ergens in een toevluchtshaven. In haar dromen omarmt ze intens verlangend naar zo over verlichte dagen. Daar waar dagelijks het zonlicht schijnt, deinend over een zwoele liefdes zee.
Tropenvrouw, ga naar huis!
Luister Emilia's brief hier:

